4. Wie zijn de naasten en welke rollen vervullen zij?

Naasten zijn personen die belangrijk zijn voor de patiënt. Vaak is dit directe familie, zoals een partner en/of kinderen. Wanneer de patiënt jonger is, zijn naasten veelal de ouders en  broers/zussen. Ook ooms, tantes, neven en nichten kunnen betrokken zijn bij de patiënt, evenals vrienden, kennissen of buren. Binnen deze groep heb je te maken met één of meerdere naasten die direct betrokken zijn bij de zorg voor de patiënt: zij nemen dan de rol van mantelzorger op zich. Het is belangrijk je te realiseren dat de naasten gedurende het ziekte- en zorgproces wisselende rollen vervullen. Het SOFA-model beschrijft de manieren waarop je als zorgverlener aan kunt sluiten bij de verschillende rollen die naasten kunnen vervullen: 

en welke rollen vervullen zij?

Samenwerken: Spreek de naasten aan in de rol van samenwerkingspartner. De naaste presenteert zich als zaakwaarnemer en mede-verzorger (mantelzorger) van de patiënt, en is daarom jouw samenwerkingspartner in de zorg. Stel jezelf bij deze rol de vragen: Wat kunnen we samen doen om de patiënt de beste zorg te geven? Hoe kunnen we de taken zo verdelen dat professionele zorg en informele zorg elkaar zo goed mogelijk aanvullen? Wat heeft de naaste van mij als zorgverlener nodig aan kennis, hulpmiddelen en begeleiding?

Erken mij als medehulpverlener.

Betrek mij bij het opstellen van het zorgplan.

Bespreek met mij hoe ik kan bijdragen aan zorg en ondersteuning.

Bied mij informatie aan over de zorg, de ziekte en de organisatie.

Leer mij vaardigheden die mij helpen in het zorgen voor mijn dierbare.

Organiseer een goed bereikbaar aanspreekpunt voor mij.

Ondersteunen: Spreek de naasten aan in de rol van medezorgvrager, zij hebben zelf ook zorg nodig. Vraag naasten regelmatig concreet naar hun behoeften en zorgen. Het zorgen voor de patiënt en het verdriet om het (aanstaande) verlies brengt voor naasten vaak (over)belasting en spanningen met zich mee. Voor jou als zorgverlener is het de uitdaging om signalen hiervan te herkennen. Het geven van een compliment of aangaan van een informeel gesprek over hoe het gaat met naasten kan al een goed begin hiervan zijn.

Bied een luisterend oor om mijn hart te kunnen luchten en te kunnen vertellen wat me bezighoudt.

Wees alert op (dreigende) overbelasting.

Geef mij tips om de zorg in te passen in mijn eigen leven.

Wijs mij op ondersteuningsmogelijkheden.

Geef mij informatie over hoe mantelzorg vol te houden is.

Moedig mij aan om ook regelmatig iets voor mezelf te doen.

Faciliteren: Creëer voorwaarden om de persoonlijke relatie van naasten tot de patiënt zoveel mogelijk in stand te houden. De naasten hebben vaak al een jarenlange relatie met de patiënt, wat de belangrijkste motivatie is om zorg te willen geven. Deze persoonlijke relatie zorgt ook voor veel

en soms heftige emoties. Als zorgverlener is het belangrijk om ruimte aan deze emoties te geven, en om de relatie en de daarbij behorende gewoonten te respecteren en waar nodig te faciliteren. Naasten hebben vaak de neiging geen aandacht te vragen voor zichzelf in deze rol, omdat het voor hen belangrijker is dat er goed voor hun zieke dierbare wordt gezorgd.

Daarnaast is het belangrijk om aandacht te hebben voor de andere rollen die een naaste heeft, naast zijn of haar rol in relatie tot de patiënt. Denk bijvoorbeeld aan een dochter van een patiënt, die ondertussen ook moeder is van haar eigen gezin en moeite heeft om alle ballen in de lucht te houden. Toets regelmatig in hoeverre deze andere rollen van een naaste in het nauw komen vanwege de zorgen om en voor de patiënt.

Realiseer je dat ik in de eerste plaats kind, ouder, partner, of vriend ben.

Respecteer de gewoontes die ik heb met mijn dierbare.

Houd rekening met privacy van mij en mijn dierbare.

Denk mee hoe mijn dierbare en ik belangrijke elementen in onze relatie kunnen voortzetten.

Afstemmen: Naasten hebben hun eigen expertise met betrekking tot de zorg voor de patiënt: zij hebben veel tijd doorgebracht met de patiënt, en doen dat nog steeds. Deze ervaringskennis is voor jou en andere zorgverleners erg waardevol. Zet deze kennis van naasten in bij problemen en veranderingen die zich voordoen tijdens het ziekte- en zorgtraject. In een klinische situatie en/of bij ernstige ziekte passen patiënten zich heel snel aan de omstandigheden aan en raken de verbinding kwijt met hun identiteit (hospitalisatie). Naasten vormen dan een belangrijke verbinding met die identiteit. Het is daarom van belang dat je open staat voor deze kennis, zeker als een naaste een ander oordeel heeft over het welzijn van de patiënt en de meest passende behandeling/zorg, of als de patiënt niet zelf zijn of haar behoeften kan aangeven.

Benut mijn kennis over mijn dierbare.

Vraag mij naar wensen en feiten.

Betrek mij bij beslissingen.

Vraag mij advies bij problemen en veranderingen.

Houd regelmatig contact met mij.

Vraag naar mijn grenzen en verwachtingen.