7. Rouw en verlies

Wat is rouw?

Rouw is het geheel van lichamelijke, emotionele, psychische, spirituele, existentiële en gedragsmatige reacties die optreden rondom een naderend overlijden of na het verlies van een dierbaar persoon. Naasten gaan verschillend om met het (aanstaande) verlies. Zo kunnen naasten zich eenzaam, boos of schuldig voelen. Vaak ervaren naasten deze emoties al voor het overlijden van de patiënt, vanwege verlies van diens lichamelijke en psychische gezondheid, zelfstandigheid en vanwege het naderend overlijden. Dit wordt ‘anticiperende rouw’ genoemd. Omgaan met een (aanstaand) verlies van een geliefd persoon kost naasten veel energie. Er staat geen vaste tijd of structuur voor. Het ene moment lijkt het goed te gaan met naasten en wordt het dagelijkse leven weer opgepakt, terwijl het andere moment emoties als gevolg van het (aanstaande) verlies erg op de voorgrond staan. Beide vormen horen bij het rouwproces, en naasten zullen deze afwisselend ervaren.

Tip: Als zorgverlener kun je naasten ondersteunen door ze meer informatie te geven over het rouwproces. Zie ook de ‘Bij het sterven van een familielid’. Ook kan het helpen om hen bevestiging te bieden, door te benoemen dat dat de emoties die ze ervaren normaal zijn.

Gecompliceerde rouw

De meeste naasten zullen zelfstandig of met behulp van de directe omgeving op een gezonde manier omgaan met het (aanstaande) verlies van hun dierbare. Sommige naasten hebben een klein sociaal netwerk of zijn terughoudend in het vragen van hulp van de sociale omgeving bij het rouwproces. Hulp en ondersteuning van lotgenoten of professionals kan dan nodig zijn in het omgaan met het (aanstaande) verlies. Soms is er sprake van een rouwproces dat de naaste langdurig beperkt in het dagelijks functioneren. De in eerste instantie ‘normale’ emoties als gevolg van het

(aanstaande) verlies duren dan langer of zijn heftiger dan gemiddeld. Dan wordt gesproken van ‘gecompliceerde rouw’. Ook het afwezig zijn van emoties van rouw wordt gezien als een vorm van gecompliceerde rouw. Naasten kunnen zowel voor als na overlijden symptomen hebben van gecompliceerde rouw.
Als zorgverlener sta je regelmatig en in verschillende situaties in contact met naasten. Hierdoor ben je in de positie om signalen die wijzen op behoefte aan aanvullende (professionele) ondersteuning (rouwbegeleiding, psychotherapie) bij het rouwproces vroeg te signaleren, en naasten hiervoor door te verwijzen. Als naasten hier niet bij ondersteund worden kan dit leiden tot depressies, angst- of posttraumatische stressstoornissen, of tot misbruik van alcohol of medicijnen. Zie bijlage 4 voor verwijsmogelijkheden wanneer je gecompliceerde rouw vermoedt bij naasten.

Hoe kan gecompliceerde rouw gesignaleerd worden?

Omdat iedere naaste op zijn of haar eigen manier omgaat met het (aanstaande) verlies van een geliefd persoon, kan het vaststellen van gecompliceerde rouw lastig zijn. Er zijn een aantal signalen die kunnen helpen bij de herkenning van gecompliceerde rouw:

  • De emoties die gepaard gaan met het (aanstaande) verlies worden in de loop van de tijd niet minder.
  • Er zijn geen emoties bij de naasten waar te nemen.
  • Er is sprake van veel onverwachte lichamelijke klachten.
  • Er is geen plaats voor emoties als gevolg van het (aanstaande) verlies, omdat prioriteit gegeven wordt aan andere zaken, zoals het opvangen van andere naasten of het verwerken van andere (traumatische) gebeurtenissen.

Wat zijn risicofactoren voor gecompliceerde rouw?

Er bestaan geen regels of draaiboeken voor het omgaan met een (aanstaand) verlies van een geliefd persoon. Pas als een naaste geconfronteerd wordt met een (aanstaand) verlies, zal de naaste moeten gaan ontdekken en ervaren welke emoties hiermee gepaard gaan en hoe hij/zij hiermee omgaat. Toch zijn er een aantal factoren bekend die ervoor kunnen zorgen dat naasten extra

kwetsbaar zijn en een groter risico hebben op symptomen van gecompliceerde rouw. Denk aan:

  • Naasten die (financieel of emotioneel) afhankelijk zijn van de patiënt, bijvoorbeeld

partners of jonge kinderen van patiënten.

  • Naasten van patiënten die, ondanks een levensbedreigende diagnose, in de

beleving van naasten toch onverwacht zijn overleden.

  • Naasten op jonge leeftijd.
  • Naasten met lichamelijke of psychische klachten die al aanwezig waren vóór de ziekte van een geliefd persoon.
  • Naasten zonder sociaal netwerk;
  • Naasten van patiënten met een zeldzame ernstige ziekte. Wanneer het een ziekte betreft die minder vaak vóórkomt, dan is er minder informatie rond de behandeling, beloop, en levensverwachting beschikbaar. Dit kan invloed hebben op de manier waarop patiënten en naasten begeleid kunnen worden tijdens het ziektebeloop.
  • Naasten van patiënten wiens persoonlijkheid en karakter veranderden als direct gevolg van de ziekte en/of behandeling.

Bekendheid met deze risicofactoren is nodig om bij naasten extra alert te zijn op symptomen van gecompliceerde rouw. Hierdoor kun je hen vroegtijdig doorverwijzen voor professionele begeleiding, binnen of buiten de zorginstelling.

Meer lezen over rouw en het signaleren van gecompliceerde rouw? Lees dan de Richtlijn Rouw van het IKNL (2009) en Bijlage 1 van het Werkboek Rouwzorg.

Tip Weet je niet naar wie je een naaste met behoeften aan aanvullende ondersteuning kunt doorverwijzen? Of twijfel je over het soort ondersteuning die een naaste nodig heeft? Vraag dan hulp bij het palliatief adviesteam of de aandachtsvelder palliatieve zorg in jouw organisatie of neem contact op het met netwerk palliatieve zorg in jouw regio.