Oog hebben voor naasten

Inleiding

Tijdens de uitbraak van een besmettelijke ziekte, waarin veel aandacht gaat naar het virus en het voorkómen van meer besmettingen, is het extra belangrijk om naasten te vragen hoe het met hén gaat en waar zij op dat moment behoefte aan hebben. De vanzelfsprekende manieren om voor naasten te zorgen zijn wellicht niet mogelijk door de beperkende maatregelen, maar ook op andere manieren kun je ervoor zorgen dat naasten zich gezien en gehoord voelen.

“Wat naasten juist zo nodig hebben konden we hen niet bieden. Die aai over hun bol of een arm om de schouder. Het lijfelijke contact, ook naar hun dierbare toe. Het is niet zo dat je de hele dag handjes zit vast te houden, maar dat gebrek aan fysiek contact, dat creëert letterlijk en figuurlijk afstand.” – hospicecoördinator

Wat kan ik als zorgverlener doen?

  • Schiet in het contact met naasten niet direct in de doe-stand, maar begin met het bieden van een luisterend oor en het hardop erkennen dat zij in een moeilijke situatie zitten, zodat zij zich hierin gezien voelen.

“Wat helpt is het erkennen dat alles zo anders is, en het aangeven dat je daar als naaste moeite mee mag hebben. Dat verandert niks en lost niks op, maar alleen al het zien en benoemen dat het zwaar is, dat is al zo helpend.” – verpleegkundig specialist

  • Besteed aandacht aan de stress waar naasten onder lijden. Het hebben van een ernstig zieke dierbare is zeer stressvol waardoor naasten langdurig onder stress staan met alle gevolgen van dien. Als zorgverlener kun je hierin veel betekenen door signalen van chronische stress te herkennen en naasten hierop te wijzen. Dit kan voor hen een eerste stap zijn om te zoeken naar manieren om de stress te verlichten. Voor meer informatie over het ondersteunen van naasten met stress, raadpleeg het boekje Leven met ongezonde stress.
  • Vraag de meest betrokken naaste(n) minimaal wekelijks hoe het met hen gaat, van wie ze steun ontvangen (sociaal netwerk) en of die voldoende voor hen is, en wat zij nog meer nodig hebben om de situatie vol te houden. De simpele vragen ‘Hoe gaat het nu met ú?’ of ‘Wat kunnen wij voor u betekenen?’ of ‘Wat zou u willen doen in de zorg voor uw dierbare?’ kunnen al veel ruimte scheppen voor naasten om hun behoeften te uiten. Als je merkt dat naasten meer aandacht of begeleiding nodig hebben, zet dan geestelijke verzorging of een andere zorgverlener in.
  • Als naasten aangeven momenteel geen behoefte te hebben aan aanvullende ondersteuning, zorg dat zij wel weten bij wie zij aan de bel moeten trekken als zij dit in de toekomst wél nodig hebben.
  • Als er grote zorgen geuit worden of je vermoedt psychische klachten, verwijs dan door. Zie Bijlage 6 voor verschillende mogelijkheden tot doorverwijzen
  • Geef naasten de folder “Zorgen voor een zieke” (digitaal of op papier). Laat hen ook de animaties en de infokaart zien die op toegankelijke wijze informatie bieden en ga met hen hierover in gesprek. De animaties hebben meertalige voice-overs. Vraag naasten ook om de folders, infokaart en filmpjes te delen met familie en vrienden.
  • Moedig naasten aan om hulp te vragen binnen hun eigen omgeving. Mensen ervaren soms een drempel bij het vragen om hulp, maar mensen die dichtbij staan zijn vaak juist blij om iets te kunnen doen.
  • Wees alert op signalen van gecompliceerde rouw, die zich al kunnen voordoen lang voordat de gast is overleden. De omstandigheden rondom een uitbraak van een besmettelijke ziekte vergroten de kans op gecompliceerde rouw. Zie bijlage 4 voor de signalen en risicofactoren. Adviseer naasten zo nodig om contact op te nemen met de eigen huisarts, om hem/haar op de hoogte te stellen van de situatie. Bel in geval van een duidelijke ondersteuningsbehoefte eventueel ook zelf met de huisarts, als de naaste hiervoor toestemming geeft.